Januari 1968 – januari 1976 Jacobus Slopsema en Gretha de Vries
Op 3 januari 1968 kocht Jacobus (Koos) Slopsema ‘t Veloatje voor 9.500 gulden van de gebroeders Oosterhoff, erfgenamen van Albert Oosterhoff. Koos Slopsema is op 5 juli 1920 geboren in Ezinge, zoon van vrachtrijder Gerrit Slopsema en Annechien van Dijk.
Gretha de Vries is geboren rond 1919 in De Waarden (Grijpskerk), dochter van dagloner Pieter de Vries en Wiepke de Vries.
Koos Slopsema en Gretha de Vries trouwden op 6 juni 1941 en gingen bij Koos zijn ouders op Torenstraat 22 wonen. Daana verhuisden ze naar Peperweg 4 en vervolgens via Torenstraat 29 naar Nieuwestreek 41. Toen ze daar woonden kochten ze in 1968 ’t Veloatje en gingen er in januari 1968 wonen. Zij kregen zeven kinderen, zes dochters en één zoon. Alle kinderen zijn geboren in Ezinge
In 1961 ging Koos Slopsema melk rijden met een trekker-wagen-combinatie.
Uit het jaarverslag van de zuivelfabriek van 1961
In 1965 namen Koos Slopsema en zijn zoon de rit Aduarderdiep-Feerwerdermeeden voor hun rekening. Dat jaar leek de winter voor problemen te hebben gezorgd:
Uit het jaarverslag van de zuivelfabriek van 1965
In 1966 kregen vader en zoon Slopsema er nog een melkrit bij, namelijk de rit “Ezinge”.
Uit het jaarverslag van de zuivelfabriek van 1966
.
Op de onderstaande foto’s is goed te zien, dat er toen nog kleinere ramen in de woonkamer zaten. Vooral die aan de kant van de melkfabriek was veel kleiner dan nu.
vlnr hoek Van Swinderenweg-Oldijk, de kant van het dorp en het huiskamerraam aan de Van Swinderenweg (coll. fam. Slopsema)
Sinds de grote verbouwing van Bert Oosterhoff in 1955 was ’t Veloatje niet meer veranderd.
Als je via de achterdeur ’t Veloatje binnen kwam, was rechts de keuken. Vanaf die kant de keuken binnenkomend zat het keukenblok rechts achterin, aan de kant van de gang. Aan de rechterkant stond ‘los’ in de ruimte een hoge tafel met stoelen, parallel aan het keukenblok.
De keuken was de leefruimte van het huis en zowel de familie als het bezoek zat dan aan deze tafel. Aan de linkerkant in de keuken stond in de hoek een hout- en kolenkachel. Hiermee werd de keuken ’s winters warm gestookt. Er was toen nog geen gas en er waren dus ook nog geen gaskachels. Rechts naast de kachel stond een bank en in de andere hoek een kastje.
(De keuken had toen nog niet de grootte, die het nu heeft; de afstand tussen het raam en de stalruimte was anderhalve meter korter). Er was geen doucheruimte of badkamer en men waste zich bij het aanrecht in de keuken of bij het fonteintje in de w.c.
Op onderstaande foto is goed te zien, dat er in 1968 nog een grote moestuin was langs de Van Swinderenweg. Deze was er sowieso al in de periode van de familie van Dijk.
de moestuin in 1968, op de achtergrond links de melkfabriek en rechts Van Swinderenweg 24 (coll. fam. Slopsema)
Later verdween deze moestuin, dat is te zien op de foto van het weiland, verderop in dit verhaal.
In juni 1968 kreeg Koos Slopsema toestemming voor het bouwen van een (grote) schuur achter ’t Veloatje. Er was een ‘insteek’ vanaf de Oldijk met een verharde parkeerplaats, die door Simon Bouwsema, de stiefzoon van Albert Oosterhoff (zie vorige episode) was aangelegd. Simon was vrachtwagenchauffeur en had deze gemaakt, om zijn vrachtwagen te kunnen parkeren (Simon had ook al een aanvraag gedaan voor het bouwen van een garage, maar die is niet gerealiseerd (zie vorige episode). Deze parkeerplaats was te klein voor de twee trekkers van Koos. Omdat Koos en zoon Gerrit melkrijder waren werd de schuur o.a. gebouwd om de trekkers te kunnen stallen. Hieronder is het advies van Gemeentewerken Eenrum, Ezinge en Winsum over de “bouwaanvrage” weergegeven.
Daarna kon worden begonnen met de bouw van de schuur:
met de klok mee: de voorkant, de oostkant en de zuidkant van de schuur. Het middelste raam van de oostkant is later een deur geworden, toen daar langs de hele oostkant een werkplaats en garage werden aangebouwd. (coll.fam. Slopsema)
Ook werd er een oprit (en parkeerruimte) vanaf de van Swinderenweg aangelegd. Zo kon men om ’t Veloatje heen rijden:
De aanleg van de oprit vanaf de Van Swinderenweg naast ’t Veloatje. De bushalte was er toen dus ook al (coll. fam. Slopsema)
Omdat ’t Veloatje nogal laag lag, heeft Koos samen met zijn zoon Gerrit een drainage rond het huis aangelegd. Er werd wel een meter diep rond het huis gegraven (deze drainage hebben we nooit teruggevonden).
Er werden twee koeien gemolken op ’t Veloatje. De koeien stonden in de stal (witte gedeelte van het huis). Daar was een grup en er was hooiopslag op de zolder. Ze hadden ook een paard.
Op het land van ’t Veloatje in de jaren ‘70, in de verte links het dorp Ezinge (coll. fam. Slopsema)
’t Veloatje vóór de bouw van de garage en werkplaats (coll. fam. Slopsema) (zie ook de ramen van het voor- en achterhuis aan deze zijde, die nog in oorspronkelijke staat zijn)
Omdat er data bij de foto’s staan, kunnen we vaststellen, dat tussen 1968 en 1972 de twee ramen op de zuidoosthoek van het huis zijn vernieuwd. Zoals het plaatsen van het grote raam aan de kant van de melkfabriek. Zie foto’s hieronder.
Foto’s van 8 augustus 1972, met boven ’t Veloatje vanaf de melkfabriek en onder vanaf de hoek Van Swinderenweg/Oldijk. Hier is de stalruimte nog aanwezig, met een deur aan de Oldijk. (coll. fam. Slopsema)
In 1969 nam Gerrit het transportbedrijf van zijn ooms over en zet de traditie van zijn voorvaderen voor. Zijn opa had namelijk ook al een transportbedrijfje. Deze opa ging in die tijd nog met de hondenkar naar Groningen.
Voorbeeld van een hondenkar
Begin jaren ‘70 kwamen er betonplaten voor de schuur en aan de schuur vast werd aan de kant van de melkfabriek een werkplaats en een garage gebouwd.
Het wagenpark van het transportbedrijf in 1974 van de familie Slopsema Een Volvo en twee Bedfords vóór ’t Veloatje (coll. fam. Slopsema)
Op 25 maart 1976 kocht zoon Gerrit Slopsema ’t Veloatje van zijn ouders. Jacobus Slopsema overleed op 20 april 1989, Gretha de Vries was al eerder op 26 januari 1980 overleden.